In de commissie samenleving van mei jl stond op verzoek van GroenLinks-raadslid Marleen Remmers de participatiemonitor op de agenda. In die monitor wordt verslag gedaan door het college over de activiteiten die zij onderneemt rondom het verlenen van bijstand (op grond van de participatiewet). GroenLinks vindt dat een onderwerp van groot belang. Er gaat veel geld in om (ongeveer 50 miljoen per jaar). De uitkeringen aan ongeveer 2.000 Hilversumse huishoudens moeten betaald worden. Daar krijgt de gemeente geld voor van het Rijk, maar dat is niet altijd genoeg. Zo komt de gemeente over het jaar 2015 ruim 3 miljoen tekort op dit budget.

Daarnaast is er een budget dat ingezet kan worden voor re-integratieactiviteiten. Alles wat kan helpen om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen kan daarvoor worden gedaan. Van sollicitatietrainingen tot inhoudelijke opleidingen of persoonlijke begeleiding. Ook dit budget staat onder druk. De afgelopen jaren is dat gedaald van 7,2 miljoen in 2010 tot 2,5 miljoen in 2015, terwijl het aantal mensen in de bijstand niet gedaald is. Verder worden er door de gemeente allerlei ondersteunende maatregelen aangeboden, zoals schuldhulpverlening, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, minimabeleid etc.

 

GroenLinks vindt het nog belangrijker om de juiste dingen te doen met die budgetten. En juist daar wringt wat ons betreft de schoen. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat de meeste activiteiten die aangeboden worden in het kader van re-integratie niet of nauwelijks helpen, terwijl er landelijk miljarden in omgaan. Wie wordt daar beter van? Lees voor meer informatie het artikel uit De Correspondent. Daarbij – zo is Marleen Remmers van mening – wordt er door de wetgever nog steeds uitgegaan van het feit dat werkloosheid de individuele “schuld” is van de bijstandsontvanger. En dat is natuurlijk in de meeste gevallen niet het geval. "Ik neem aan dat iedereen weet hoe lastig het is om, als je bijvoorbeeld boven de 50 bent, de arbeidsmarkt weer te betreden;  Er zijn gewoon te weinig vacatures en werkgevers nemen liever een jongere, goedkopere kracht aan", aldus Marleen.

 

GroenLinks pleit al langer voor het stopzetten van zinloze acties en een fundamentele discussie over wat kan helpen om inwoners van Hilversum beter te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Een discussie over het basisinkomen (een landelijk te voeren discussie) of vertrouwensexperiment hoort daar wat ons betreft bij. Van het Rijk mogen gemeenten mondjesmaat experimenteren. Marleen Remmers roept wethouder Klamer bij herhaling op om daarmee aan de slag te gaan. Een eerdere motie met die strekking werd verworpen, maar in de commissie van mei bleek er raadsbreed (meer) animo voor een dergelijke discussie te zijn.



Ook ten aanzien van de vele regelingen op het gebied van minimabeleid roept GroenLinks deze wethouder Klamer op tot actie. Er zijn zoveel regelingen, die ook nog met regelmaat wijzigen, dat inwoners vaak niet weten dat ze ergens recht op hebben. Ook door administratieve drempels dienen mensen vaak geen aanvraag in. Om onder andere die drempels te verlagen heeft GroenLinks – ook al gedurende langere tijd – dit college gevraagd om een stadspas te ontwikkelen. Een pas voor alle Hilversummers, die al naar gelang de koopkracht voor een x-bedrag te koop is (en wat ons betreft voor Hilversummers met een minimuminkomen gratis) en die toegang biedt tot allerlei sportieve, culturele, educatieve activiteiten en evenementen. Een dergelijke stadspas functioneert al jaren met groot succes in diverse steden, is niet stigmatiserend en ook nog eens goed voor de lokale economie. Wethouder Klamer heeft dit idee omarmd en is bezig met die stadspas. Het duurt GroenLinks wel wat lang. Hij verwacht dat de pas in 2017 beschikbaar zal zijn.



Bij de behandeling van de jaarrekening 2015 bleek dat wethouder Klamer van het budget voor alle minimaregelingen geld had overgehouden. Dat is volgens Marleen Remmers beslist niet de bedoeling. "Dit budget is bedoeld voor Hilversummers die niet of nauwelijks rond kunnen komen en ervoor te zorgen dat zij zoveel als mogelijk kunnen blijven meedoen in de maatschappij. De wethouder heeft ons verzekerd dat hij in 2016 beslist geen geld wil overhouden. Wij zullen hem daaraan gaan houden!"