De fracties van CDA, ChristenUnie en GroenLinks in de gemeenteraad van Hilversum signaleren een aantal voorbeelden in de omgang van het college van B&W met de gemeenteraad die voor hun aanleiding zijn daarover hun zorgen uit te spreken. Dit leidt bij de fracties tot de vraag, hoe dit college van B&W deze signalen wil omzetten en er daarmee aan bijdraagt dat de omgang en werkwijze tussen college en gemeenteraad structureel verbetert. Partijen dienden daartoe een interpellatieverzoek in.

De fracties willen zeker aan het begin van een raadsperiode dit signaal afgeven omdat zij hechten aan goede omgangs- en werkvormen tussen college en gemeenteraad. Deze omgangs- en werkvormen lijken met een aantal hieronder aangehaalde voorbeelden op dit moment niet optimaal en voorkomen moet worden dat deze structurele kenmerken krijgen. Reden voor de fracties om aan de bel te trekken.

De onderstaande voorbeelden zijn volgens de fracties voorbeelden van:

  • de indruk dat dit college afspraken met de gemeenteraad onvolledig nakomt;
    het meest pregnante voorbeeld in dezen vinden de fracties het niet nakomen van de breed in de gemeenteraad levende wens tot een apart van de begroting georganiseerde discussie over de aankomende bezuinigingen
  • niet tijdig antwoorden op artikel 41-vragen;
    het meest pregnante voorbeeld daarvan vinden de fracties de beantwoording van art. 41 vragen gesteld door CDA/ChristenUnie, de beantwoording daarvan duurde maar liefst 72 dagen, waarbij het RvO aangeeft dat bij uitzondering en dan nog gemotiveerd (welks niet is geschiedt) de 30 dagen die daarvoor staan mag worden verlengd met 30 dagen
  • niet adequaat beantwoorden van art. 41 vragen;
    het meest pregnante voorbeeld daarvan vinden de fracties de beantwoording van art. 41 gesteld door D66, waarbij daarnaast inhoud en toon van de beantwoording naar het gevoel van de fracties geen recht doet aan de rol en intenties van de raad

Bovenstaande voorbeelden leiden bij de fracties tot de vraag, hoe dit college van B&W deze signalen wil omzetten en er daarmee er aan bijdraagt dat de omgang en werkwijze tussen college en gemeenteraad structureel verbetert.