Dat was afgelopen donderdag 20 april de rode draad tijdens het GroenLinks Voorjaarsdebat in de raadszaal van het Raadhuis van Hilversum. Het Raadhuis is één van die Rijksmonumenten die terecht als een ’icoon’ wordt betiteld. Tegelijk is het ook een functionerend kantoorgebouw. Een glazen stolp over het meesterwerk van Dudok plaatsen, is daarom geen optie. Hoe zorg je dan dat het Raadhuis duurzamer wordt? Het heeft bijvoorbeeld een jaarlijks gasverbruik gelijk aan dat van 200 nieuwbouwwoningen. Er zijn gelukkig veel duurzaamheidsmaatregelen mogelijk met behoud van het iconische karakter van het gebouw. Op weg naar een klimaatneutraal Hilversum heeft een duurzaam Raadhuis daarom een enorm inspirerende waarde. 

Het Raadhuis als duurzaamheidsicoon. Als symbool van de inspanningen van de gemeente Hilversum op weg naar klimaatneutraliteit. GroenLinks vindt het belangrijk dat als wij onze inwoners en andere monumenteneigenaren vragen mee te gaan naar een duurzame toekomst, dat de gemeente dan een geloofwaardig voorbeeld geeft. Het Raadhuis van Hilversum kent een iconische monumentale waarde. Als het bij dit gebouw duurzaam kan, is het ook mogelijk bij al die andere ruim 1.000 Rijks- en gemeentelijke monumenten in Hilversum. Het GroenLinks voorjaarsdebat heeft laten zien dat het daadwerkelijk kan, als we met elkaar creatief kijken hoe we duurzaamheid en het monument beide tot hun recht laten komen. 

Het Raadhuis van Dudok geldt nationaal en internationaal als een van de mooiste bouwwerken uit de 20e eeuw. Het Rijksmonument is hét icoon van Hilversum en staat er prachtig bij. Tegelijk kent het Raadhuis tekortkomingen op Arbowetgeving, klimaat, comfort en energieverbruik. Zo is het jaarlijks gasverbruik gelijk aan dat van 200 nieuwbouwwoningen en is het elektriciteitsverbruik bijzonder hoog in vergelijking met vergelijkbare gebouwen*. In 2010 is GroenLinks aanjager geweest van een unaniem Raadsbesluit, Hilversum klimaatneutraal 2050. Dat vraagt nog veel inspiratie, beweging, lef en innovatie.
 
Illustratief is het vastgelopen initiatief om het Raadhuis van zonne-energie te voorzien. De conventionele panelen stuitten -ondanks een zorgvuldig onderzoek naar zichtlijnen vanaf straatniveau - op een negatief advies van de Rijkdienst RCE vanwege het “aangetaste dak aanzicht vanaf de toren”. GroenLinks daagt uit om niet te berusten maar te innoveren. Dat zal de inzet zijn bij het in het tweede kwartaal van dit jaar door GroenLinks gevraagde plan van aanpak voor het verduurzamen van het Raadhuis.

Tijdens het voorjaarsdebat liet Ilse van den Berg van bureau De Groene Grachten zien wat er mogelijk is aan de hand van twee mooie voorbeelden. Haar eerste voorbeeld was een 18e -eeuws pand in Amsterdam dat met allerlei maatregelen en behoud van het unieke karakter zelfs gasloos is geworden. Haar tweede voorbeeld was de gemeente Weesp die voor haar historische stadhuis ook heeft aangegeven het comfort en energiegebruik fors te gaan verbeteren. Weesp heeft zich daarbij drie andere doelen gesteld: Hierdoor de gemeentelijke voorbeeldfunctie waarmaken, duurzaamheid voor inwoners zichtbaar maken(!) en lokale partijen in de verduurzaming betrekken. Dat zijn doelen die wat GroenLinks betreft prima in het ambitiedocument voor het verduurzamen van het Raadhuis Hilversum passen!

De twee andere inleiders waren Huub van de Ven van de Rijksdienst voor cultureel erfgoed en Kim van Kampen van Kastanje, een ontwikkelingsbureau dat lokaal veel ervaring heeft met het verduurzamen van monumenten. Zij gaven beide aan dat er veel praktische oplossingen mogelijk zijn. Het voert te ver om die hier allemaal op te noemen en daar gaat nu ook niet om. GroenLinks is door het debat geïnspireerd geraakt om het gesprek over het Raadhuis Hilversum ook als icoon van duurzaamheid in Hilversum concreet op te pakken. Er zijn bovendien slimme manieren om inwoners via uitwisseling van warmte en elektriciteit er beter bij te betrekken. GroenLinks nodigt vooral ook iedereen uit daar aan mee te doen!

EnerDeCo BV, Managementrapportage Energieprestatie Adviezen gemeente Hilversum. Enschede, juli 2013