Op 28 april waren een zestal raadsleden op initiatief van Marleen Remmers van GroenLinks op werkbezoek bij de voedselbank Gooi&Vechtstreek. We werden ontvangen door de coördinator, Aard van Scherpenzeel. Aard heeft tijdens dit bezoek in hoofdlijnen verteld over het werk dat dagelijks verzet wordt door de 170 vrijwilligers. Zij zorgen samen voor de aflevering van 500 pakketten in het werkgebied van de voedselbank. Dat werkgebied strekt zich uit tot Soest/Baarn enerzijds en Weesp anderzijds. 

Landelijk worden er wekelijks 37.000 voedselpakketten afgeleverd, waar ongeveer 90.000 mensen mee bediend worden. Het voedselpakket wordt gezien als aanvulling op wat mensen zelf kunnen kopen (vooral vers & zuivel). Jaarlijks worden er 1,8 miljoen pakketten afgeleverd, het aantal mensen dat een beroep doet op de voedselbank groeit nog steeds.

De voedselbank is financieel volledig afhankelijk van giften, donaties, goede doelen acties, etc. Gelukkig, zo vertelde Aard, zijn er in de regio veel ondernemers die een maatschappelijke bijdrage willen leveren waardoor het mogelijk is om de exploitatie rond te krijgen (zo hoeft bijvoorbeeld de voedselbank geen huur te betalen voor het pand waarin de hoofdvestiging zich bevindt, maar wel de kosten voor gas&electra). De voedselbank ontvangt geen subsidie van de gemeenten in de Gooi&Vechtstreek. Door hiervoor te kiezen kan de voedselbank haar eigen afweging maken in wie wel, of wie langer een voedselpakket krijgt. 



Volgens Aard is iedereen er zich natuurlijk van bewust dat het geven van voedselpakketten geen oplossing biedt voor de vaak moeilijke situatie waarin mensen zich bevinden. Wel is het met een voedselpakket mogelijk om iets meer rust te creëren in een situatie, waardoor er meer tijd overblijft om de aanwezige problemen te lijf te gaan. Er is vaak sprake van multi-problematiek; schulden, overlijden van een dierbare, verlies van werk, een moeizame echtscheiding, enz. enz.  De medewerkers van de voedselbank verwachten van iedereen dat hij/zij zich naar kunnen inzet om de situatie te verbeteren. Van pappen en nathouden is dus geen sprake!



Marleen verlaat Aard met dubbele gevoelens. “Ik heb bewondering voor hem en zijn medewerkers, die dagelijks zorgen voor een enorme logistieke operatie, waardoor wekelijks 500 mensen in onze regio geholpen kunnen worden. Bewondering voor de organisatie, waar niemand betaald wordt! Maar ook met schaamte, van alle overbodige middelen uit supermarkten wordt door de voedselbanken slechts 3 % gebruikt. De overige 97 % worden op een andere manier verwerkt of vernietigd. Wat een weelde. Of is het beter te zeggen: wat een armoe! Dat in een zo welvarend land als Nederland de voedselbank uitkomst moet bieden.

Zouden we er niet samen voor moeten zorgen dat er over 10 jaar geen voedselbank meer nodig is, omdat we dan een sluitend geheel van minima-voorzieningen hebben, waar niemand meer tussen wal en schip valt?!”