In de afgelopen raadsvergadering op 6 juni riep ik mijn collega-raadsfracties en het college op om in verzet te komen tegen de voorgenomen plannen van staatssecretaris Van Ark, die van plan was om arbeidsgehandicapten minder te betalen dan het minimumloon.

Het kabinet wilde de loonkostensubsidie in de Participatiewet, ingevoerd door het vorige kabinet, vervangen door loondispensatie. Het doel was om meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen. In het eerste geval - de huidige situatie dus - betaalt de werkgever arbeidsbeperkten een volwaardig loon, waarvoor de gemeente subsidie bijdraagt. Bij loondispensatie, wat Van Ark voorstelde, mogen werkgevers onder het minimumloon gaan zitten voor werknemers met een verminderde productiviteit. Daarvoor hebben ze dan ‘dispensatie’ nodig van de gemeente. Die vult het salaris van de arbeidsbeperkte vervolgens aan.

Ik sprak in de raadsvergadering van juni over de donkere wolken die hingen boven mensen met een arbeidsbeperking en een verdienende partner of eigen geld. Voor hen zou het plan zeer ongunstig zijn; zij hebben geen recht op een uitkering als aanvulling op hun inkomen en dat inkomen zou dus lager worden dan het minimumloon. Op verzoek van GroenLinks stuurde het college een brief naar de staatssecretaris, waarin onze gemeentelijke bezwaren tegen dit plan werden voorgelegd. We waren niet de enige met bezwaren, ook werknemersorganisaties hadden grote bezwaren. Ook belangenorganisaties van uitkeringsgerechtigden konden zich niet vinden in de voorstellen. Cedris, de landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid en re-integratie, had onderzocht dat werkgevers geen enkele behoefte hadden aan dit nieuwe instrument en daar negatieve verwachtingen van hadden.

In de raad van Hilversum spreken we over het algemeen niet over zaken die in de Haagse politiek geregeld worden. Maar ik maak me sterk dat een aantal van mijn collega’s toch een brief hebben geschreven naar hun landelijke vertegenwoordigers. Dank daarvoor, heel veel dank! Want ondertussen is duidelijk geworden dat staatssecretaris Van Ark het plan herziet. Zij kwam tot de conclusie dat het plan niet goed uitvoerbaar en ongewenst is. Wel blijft ze streven naar meer arbeidsparticipatie van werknemers met een arbeidsbeperking, en dat streven is natuurlijk uitstekend.

De afgelopen raadsperiode heb ik regelmatig gepleit voor het behoud van de sociale werkplaats als publieke voorziening voor onze regio en onze inwoners. De instroom in de sociale werkplaats is met ingang van 1 januari 2015, toen de Participatiewet inging, op slot gegaan en zijn er nieuwe regelingen bedacht, maar met volstrekt onvoldoende resultaat. Inwoners die voorheen bij sociale werkplaatsen aan de slag konden, zitten nu, onder het regime van de participatiewet, veelal thuis. Langzaam aan begint het besef ook bij andere partijen door te dringen dat de genomen maatregelen niet werken. In de NRC van 12 september stelt Tweede Kamerlid Gijs van Dijk (PvdA) dat de sociale werkplaatsen terug moeten. In de NRC van 13 september staat een gezamenlijk stuk van de SP en VNO-NCW. Als zij, ideologische tegenpolen, samen optrekken, moet er wel iets aan de hand zijn. En dat is het geval: tienduizenden mensen met een arbeidsbeperking zitten thuis.

Natuurlijk denk ik niet dat enkel de brief van het Hilversumse college staatssecretaris Van Ark heeft doen besluiten tot het intrekken van dit onzalige voorstel. Wel denk ik dat het heeft geholpen en het sterkt mij in elk geval om me te blijven inzetten voor inwoners die op steun moeten kunnen blijven rekenen.

 

Marleen Remmers is fractievoorzitter van GroenLinks Hilversum.