Dat bleek tijdens een regiobijeenkomst van beide partijen in de infoschuur van het Goois Natuurreservaat in Hilversum. De bijeenkomst, dinsdagavond 21 februari, stond in het teken van de Klimaatvisie die beide partijen gezamenlijk hebben geschreven en van de komende verkiezingen voor Provinciale Staten en de waterschappen, op 15 maart.

Er was nog een derde partij vertegenwoordigd bij de bijeenkomst: Water Natuurlijk. Een samenwerking tussen GroenLinks, D66 en Volt plus een groot aantal natuurorganisaties, die onder 1 vlag de verkiezingen voor de waterschappen in gaan. Gedeputeerde Rosan Kocken, nummer 2 op de lijst van GroenLinks, schetste in de discussie over energie het grote dilemma waar de provincie voor staat: de energietransitie vraagt om forse ingrepen zoals de bouw van windmolens en zonneweiden, maar de provincie is ook de hoeder van onze natuur en ons culturele erfgoed. En dat botst. Vaak krijg je het gevoel dat je verliest, welke keuze je ook maakt, zei Kocken.

Amar Karar, nummer 6 op de kandidatenlijst van de PvdA, pleitte voor maatwerk bij dat soort lastige keuzes. Zijn partij is wel bereid natuur op te offeren als dat niet anders kan, mits dat op een ander plaats wordt gecompenseerd. Rosan Kocken is daar huiverig voor, omdat natuur lang niet altijd op een andere plaats terug te brengen is.

Een van de meer dan 30 aanwezigen pleitte ervoor om in ieder geval geen onomkeerbare ingrepen te doen. Een windmolen, bijvoorbeeld, kan over 20 jaar ook weer worden afgebroken als er dan betere alternatieven zijn. Karar en Kocken zijn het erover eens dat de provincie haar rol als beschermer van natuur en erfgoed moet blijven spelen. “Anders doet niemand het”, aldus Karar.

Ook eensgezind zijn beiden in de opvatting dat de provincie best wat meer sociaal beleid kan voeren, bijvoorbeeld in de aanpak van energie-armoede via de energiecorporaties. Verhoging van de opcenten op de wegenbelasting is een manier om dat te betalen, want Noord-Holland is nu het goedkoopst van Nederland.

En om de steun van burgers voor molens en zonneweiden te vergroten moeten omwonenden meeprofiteren van de opbrengst van die energiebronnen. Dat is in het verleden te vaak vergeten, aldus Kocken.

De waterschappen
De waterschappen hebben steeds meer moeite om het water op peil te houden en de kwaliteit van het water te garanderen. Veel te lang zijn er verkeerde, kortzichtige keuzes gemaakt, zo legde Sander Mager van Water Natuurlijk uit. Hij is bestuurder van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en lijsttrekker bij de waterschapsverkiezingen. Samen met PvdA-collega Simon Deurloo, 2e op de lijst van de PvdA, schetste hij een somber beeld van de stand van ons water. De landbouw is een van de grote boosdoeners. Er zijn 700 boeren in het gebied van het waterschap en die moeten echt veel schoner en duurzamer gaan werken. Dat vindt zelfs de vertegenwoordiger van de boeren in het waterschap. Maar we moeten de landbouwsector wél meekrijgen. Daar zijn beide waterschapbestuurders van overtuigd. Het debat is nu veel te veel gepolariseerd en dan gebeurt er weinig. We moeten weer ouderwets polderen, zei Deurloo. “Er is geen links of rechts water.” Beide waterschapsbestuurders verwachten dat de lasten zullen stijgen omdat er heel veel moet gebeuren om droge voeten en kwalitatief goed water te houden.

Bouwen, bouwen, bouwen...
Het laatste deel van de avond ging over de enorme bouwplannen voor Noord-Holland. Zijn die te realiseren zonder (opnieuw) de natuur en het landschap ernstig aan te tasten? Fractiemedewerker Karar van de PvdA denkt, net als Kocken van GroenLinks, dat een groot deel van die enorme bouwopgave binnen de gemeentegrenzen te realiseren moet zijn. Pas als het echt niet anders kan is de PvdA bereid het provinciale landschap aan te tasten, op voorwaarde dat dat op een ander plek gecompenseerd wordt. Kocken is tegen zo’n uitruil. De natuur is volgens GroenLinks niet zomaar te verplaatsen. Beiden zijn het erover eens dat de provincie haar invloed moet gebruiken om meer sociale huur- en sociale koopwoningen te bouwen en middenhuur. Projectontwikkelaars zetten gemeenten vaak onder druk omdat ze dure huizen willen bouwen. Gemeenten zijn volgens Kocken bang voor juridische stappen van die ontwikkelaars als ze niet meewerken. Daar kan de provincie die gemeenten bij helpen, zegt Kocken. Volgens haar is binnenstedelijk nog heel veel mogelijk. “Als we nu te veel natuur opofferen hebben we over 20 jaar spijt.”